Mijn vriendin Lisette en ik delen het verlangen naar echtheid. Niet zo gek dus dat we alle twee werken met identiteit. Zij onderzoekt de identiteit van bedrijven en organisaties, ik die van ondernemende professionals. Sinds kort delen we ook een werkruimte, die we samen inrichten. Vandaag gaan we, in gezelschap van Lisettes dochter van elf, achter een adresje in Uithoorn aan, waar we hopen meubelen te vinden met een eigen karakter.
Het wordt een bijzondere ervaring. De geur van gezaagd hout dringt mijn neus binnen zodra we over de drempel stappen. Een magazijn van drie verdiepingen, stampvol oude, merkwaardige, gekke, unieke, saaie, gewone en ongelooflijke spullen. Een enorme berg oude stoelen op een vliering. Deuren in alle soorten en maten. Trappen in onmogelijke houdingen, die je het gevoel geven in een tekening van Escher te zijn beland. TL-balken en stalen kantoorkasten. Maar ook een tandartsstoel uit de prehistorie, compleet met spoelbakje en vervooroorlogs boorarmatuur.
Karakter heeft het zeker. Alleen al de manier waarop al die objecten willekeurig bij elkaar verzameld zijn, is kunst op zich. Maar wat ook opvalt: de nogal smerige, dikke lagen stof waar alles onder schuil gaat, in combinatie met de gedurfde prijskaartjes. Daar matcht iets niet lekker.
Op de terugweg in de auto vertelt Lisette over haar ervaring met een klant. Omdat deze klant nogal hoog in de boom zat, ging ze, enigszins ongemakkelijk, in strakke rok en naaldhakken op de klus af. Alwaar ze met een goedgemikte vraag de man in kwestie in tranen kreeg. Wat haar maar weer eens deed concluderen hoe belangrijk het is om altijd jezelf te blijven.
Terwijl ze dit vertelt, zie ik dat magazijn weer voor me, volgepropt met smerige oude meubelen. En ik vraag me af hoe ver je kunt en moet gaan in je streven om helemaal jezelf te zijn. Hoe meer je laat zien, hoe echter het is. Is dat zo? En als je niet alles laat zien, ben je dan niet (helemaal) echt? Waar zit het kantelpunt, waar trek je mensen nog aan met wat je van jezelf laat zien en waar stoot het af? Wat is authentiek en wat gewoon genant? Dat die grens bij iedereen anders ligt, ligt voor de hand, maar een bevredigend antwoord vind ik het niet.
Lisettes dochter weet heel goed waar de grens ligt. Ze verveelt zich een beetje in dat grote magazijn en wil liever naar Ikea. Maar vooral: ze vindt het er vies. En ze steekt demonstratief haar handen in haar zakken. Daar, in dat simpele gebaar, vind ik het antwoord op mijn gemijmer. Waar het om draait bij authenticiteit, is de echtheid in het contact. En als je winkel zo vies en stoffig is dat je klanten liever hun handen in hun zakken houden, dan gaat er dus iets mis in het contact. En verspeel je je kans om je klant werkelijk te raken. Om echt te kunnen zijn, moet er eerst contact zijn. En om contact te maken, is bijna alles geoorloofd. Desnoods naaldhakken en strakke rokjes.